Leestafel

LEPRA


Levensverhaal
Pater Damiaan (Jozef de Veuster, geboren in het Belgische dorp Tremelo 1840) was iemand die zich het lot aantrok van lepralijders. Hij was de eerste die zich uit vrije wil (!) in de leprakolonie op het Hawaïaanse schiereiland Molokai vestigde. Dat was in die tijd een zeer opzienbarende daad.
Zijn levensverhaal maakt duidelijk dat helpen moeite kost en soms nog veel meer.
Pater Damiaan was er niet op uit om een held of een heilige te worden, daarvoor was zijn volstrekt belangeloze inzet voor anderen te concreet.

Damiaan vereenzelvigde zich daadwerkelijk met de ruim 700 melaatsen in het dorp Kalawao. Hij bouwde huizen en verzorgde zieken die in hun erbarmelijke situatie letterlijk wegrotten. Als hij preekte sprak hij over: "Wij melaatsen...".
Uiteindelijk stierf Damiaan in 1889 zelf aan melaatsheid.

Mahatma Gandhi merkte in 1945 op: "De wereld van politiek en journalistiek kent maar weinig helden die te vergelijken zijn met pater Damiaan van Molokaï. Het loont de moeite uit te kijken naar de bron waaruit de inspiratie komt voor zoveel heldhaftigheid." Op zondag 4 juni 1995 werd Damiaan De Veuster door Paus Johannes Paulus II zalig verklaard. Wat zou Jozef daar zelf van vinden ?
In ieder geval bezorgde hij de wereld een geweten. Hij benaderde de melaatsen niet als zondaars of verschoppelingendie hun lot aan zichzelf te wijten hadden, maar als vrienden en medemensen.
Hij nam, als ontwikkelingshelper avant-la-lettre, het welzijn van outcasts ter harte.


* Geboorteplaats Tremelo
Het levensverhaal van Jozef de Veuster is de vinden op de site van zijn geboorteplaats Tremelo; onder de rubriek Paspoort / Personen.


* Het eiland Molokai
Op een touristische site van het eiland Molokai vind je eveneens herinneringen aan Pater Damiaan.

* Levensbeschrijving
Het levensverhaal van Patre Damiaan op de gelijknamige Vlaamse site.
http://www.ping.be/flanders_religion/damiaan.htm#be

* Biografische gegevens
Wil je betrouwbare biografische gegevens over Jozef de Veuster ?
Om te beginnen kun je daarvoor terecht bij de Duitse auteur Daniel Heinz

* Damiaanaktie
En in België tref je nog een charitatieve site aan van de Damiaanaktie.

Wat is lepra ?
Lepra, vroeger melaatsheid genoemd, is een infectieziekte veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium leprae (verwant aan de tuberkelbacterie de veroorzaker van tuberculose). Lepra is vrijwel alleen besmettelijk bij direct lichamelijk contact met een infectieuze patiënt. Bij patiënten met te weinig weerstand tast de ziekte, 3-5 jaar na besmetting, de huid aan, voorts zenuwen (leidend o.a. tot gevoelsstoornissen) en tenslotte het skelet, waardoor ernstige misvormingen ontstaan (Bron: Encarta Encyclopedie 1998)

Wat doet Lepra met het lichaam ?
Ga naar het klikplaatje op de ALM- site (Medical Examination of Leprosy), voor meer informatie.
http://www.leprosy.org/default.asp

Hoeveel mensen hebben lepra ?
Volgens de WHO (Wereld Gezondheidsorganisatie) werden er begin 1998 800.000 lepralijders (leprosy) geteld. Voor internationale informatie: zie Lepra site Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) http://www.who.int/lep

Waar vind je Lepra ?
De informatieve site van de British Leprosy Relief association bevat onder andere een wereldkaart. http://www.lepra.org.uk/where.htm

Nederlandse Stichtingen
* Op internet vind je Nederlandse Stichting Leprabestrijding (NSL), gevestigd in Amsterdam http://infolep.antenna.nl/contact.html
* Een voorbeeld van een particuliere stichting is de Peerke Donders Stichting voor leprabestrijding. http://www.inn.nl/~ehofweg

Leestip: Suske en Wiske album van de LepraStichting
De LepraStichting heeft in 1997 een nieuw Suske en Wiske album uitgebracht. Minister Pronk van Ontwikkelingssamenwerkig ontving het eerste exemplaar van 'De parel in de Lotusbloem', een Suske en Wiske album dat speciaal gemaakt werd voor de LepraStichting. Paul Geerts, de tekenaar van Suske en Wiske, en opvolger van Willy Vandersteen tekende 'De parel in de Lotusbloem' in zijn vrije tijd. De opbrengst van dit album, dat zich afspeelt in Nepal, is geheel bestemd voor het werk van de LepraStichting in Nepal. Het album is uitsluitend verkrijgbaar (en slechts zolang de voorraad strekt) via De Nederlandse Stichting LepraBestrijding te Amsterdam. Telefoonnummer: 020-5950500.
De gewone editie is gedrukt in een oplage van 10.000 exemplaren en kost f 9,95 (inclusief verzendkosten).
Men komt in het bezit van een album door overmaking van het bedrag onder vermelding van: "Parel" op girorekening 5160500 t.n.v. de LepraStichting in Amsterdam.

 
BIJBELVERHALEN

Toelichting bij de gelijkenis van de altruïst

Lucas 10: 25 - 37

Het verhaal staat in het Lucasevangelie. De auteur Lucas was zelf arts en geeft er blijk van een bijzondere aandacht te hebben voor outsiders en mensen die behoren tot de zelfkant van de samenleving. Juist voor hen is het evangelie goed nieuws.
De directe aanleiding tot het verhaal is een strikvraag van een thorageleerde.
De context van verhaal dient als zodanig meegenomen te worden; anders verliest de vertelling z'n betekenis. Typisch voor het genre van de gelijkenis is namelijk het gegeven dat de luisteraar zelf in het verhaal meespeelt (in dit geval via de volksgenoten de Priester en de Leviet).
Het is van belang om op te merken dat de Priester en de Leviet afdalen uit Jeruzalem. De noodzaak om rein te blijven met het oog op hun werkzaamheden in de Tempel is niet meer aanwezig. Zij hebben m.a.w. geen alibi om niet te helpen.
De Samaritaan wordt evenwel met ontferming bewogen (letterlijk: tot in zijn diepste gevoelens geraakt), en doet - tot verbijstering van de thorageleerde - wat zijn volksgenoten achterwege lieten. Uitgerekend een Samaritaan, die om redenen van politieke en godsdienstige aard werd verafschuwd, wordt door de rabbi uit Nazareth getekend als het voorbeeld van moreel handelen.
Cruciaal in dit verhaal is de omkering van de vraagstelling van de thorageleerde (vrs.29) die vanuit een ego-positie redeneert. De wedervraag van Jezus (vrs. 36) is geformuleerd vanuit het slachtoffer. De vraag naar de naaste is voor hem kennelijk een kwestie van inclusief denken en niet van exclusief denken.


Toelichting bij het verhaal van de melaatsenkolonie

Lucas 17:11-19

Het eerste 'wonder' in dit verhaal is dat de rabbi van Nazareth welbewust het grensgebied tussen Samaria en Galilea betreedt. In dit niemandsland wonen de verworpenen (onreinen) die niemand meer zijn. Hun woonplaats heeft geen naam en wordt omschreven met 'een zeker dorp'. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig: het gaat hier om een melaatsenkolonie.

Op het eerste gezicht lijkt dit wonderverhaal een echt mirakel. Er worden nota bene tien melaatsen genezen. Bij nader inzien wordt de genezing slechts 'en passent' beschreven en valt de focus op de acceptatie van een volstrekte outcast, te weten een melaatse Samaritaan. Een tweede vaak voorkomend misverstand is de veronderstelling dat de negen andere melaatsen niet deugen. Bij herlezing van het verhaal blijken zij zich echter te houden aan de opdracht die zij gekregen hebben.
Mogelijkerwijze komt de Samaritaan terug omdat hij aan niemand zijn geluk kan meedelen.
De herhaalde retorische vraagstelling aan het slot attendeert op de haast onmogelijke mogelijkheid dat deze 'vreemdeling' door zijn geloof behouden zou kunnen worden. Het verhaal correspondeert inhoudelijk met de metafoor in Lucas 17: 6, waarin de kwaliteit en niet de kwantiteit van het geloof van doorslaggevende betekenis is.


MELAATSHEID

Melaatsheid in de Bijbel (Info)

Melaats is in de Bijbel een aanduiding van verschillende huidziekten. Tegenwoordig weten we dat sommige huidziekten besmettelijk zijn. En we hebben overal pillen of zalfjes voor. Voor een paar gulden per jaar kan bijvoorbeeld een lepralijder (vroeger=een melaatse) worden geholpen.
Destijds zag men melaatsheid als een bezoedeling door kwade machten; een fatale straf voor ontucht, bloedvergieten, meineed, hoogmoed, kwaadsprekerij, diefstal, vloeken en dienst aan de afgoden.
Melaatsheid kreeg je door eigen schuld: door te kiezen voor het kwade. Van besmetting in de medische zin van het woord had men geen enkel idee. Men had de gedachte dat de melaatse zich op de een of andere manier bewust van God had afgekeerd, net zoals destijds Mirjam, de zus van Mozes. In Leviticus 13 : 46 stond het voorschrift dat een melaatse afgezonderd door het leven moest. De veronderstelde goddeloosheid van de melaatse kon naar men dacht wel eens naar jou overwaaien. En als je een melaatse aanraakte, kreeg je diens schuld en straf op jouw schouders en werd je eveneens onrein. Vandaar ook dat een melaatse op staande voet gestenigd mocht worden als hij te dicht in de buurt van reine mensen kwam.
Degene die door melaatsheid werd getroffen leed op een drie dubbele manier. Allereerst door de uitzichtloze ziekte als zodanig. Langzaam maar zeker wegrotten, zonder hoop op genezing is afschuwelijk. Vergelijk het maar met aids of kanker. In de tweede plaats bracht melaatsheid een totaal isolement met zich mee. Of je jezelf bewust was van enig kwaad of niet, je werd verstoten door alle mensen waarmee je in contact stond, zoals je vader, moeder, broers, zusters, vrouw, man en kinderen. In feite werd je levend dood verklaard. En zonder relaties heeft het leven niet veel meer te bieden.... In de derde plaats diende de melaatse zichzelf te zien als een onrein en goddeloos iemand, met wie God eigenlijk geen contact meer wilde. Door het kwaad dat je klaarblijkelijk had begaan had je jezelf van God geïsoleerd.
Als een melaatse ondanks alles toch genas (bijvoorbeeld omdat een goedaardige schimmelinfectie voor melaatsheid was gehouden), werd de genezing aan God zelf toegeschreven. Nogmaals, volgens de opvattingen van toen kon er maar een de straf in de vorm van melaatsheid vergeven; alleen God zelf. Daarom was de genezing van melaatsen door het toedoen van rabbi Jezus voor veel tijdgenoten ook een onmogelijke mogelijkheid. Rabbi Jezus deed tekenen die alleen door God zelf gedaan konden worden....

Melaatsen waren outcasts die met criminelen en ander gespuis in grensgebieden aan de rand van de samenleving leefden. In het niemandsland leefden onreine mensen die niemand meer waren. Het merkwaardige van Jezus in Lucas 17 is, dat hij de reinheidsvoorschriften overtreedt. Door bewust het niemandsland te betreden en de melaatsen aan te zien en te helpen, breekt hij met de gebruikelijke opvattingen van de gelovigen in zijn tijd.

Terug naar Lessuggesties