Gezegden in onze taal

aap wat heb je mooie jongen spelen
iemand vleien (tegen zijn zin)
de eerste viool spelen
baas spelen
elkaar de bal toespelen
elkaar voordeeltjes bezorgen
chapeau bas spelen
onderdanig zijn
de baron spelen
(onterecht) baas spelen
de beest spelen
zich onbeschoft gedragen
de zwartepiet doorspelen naar
de schuld doorschuiven
handjeklap spelen
samenzweren
een poets spelen
erin laten lopen - voor de gek houden
hoog spel spelen
gevaarlijk spel spelen, veel inzetten
het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel
het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid
toneel spelen
niet echt zijn
in de kaart spelen
onbedoeld de tegenpartij helpen
in iemands kaart spelen
iemand (ongewild) helpen
met iemand spelen als de kat met de muis
iemand voor de gek houden
met vuur spelen
grote risico's nemen
mooi weer spelen (dezelfde betekenis)
genieten (meestal van andermans goed)
naar binnen spelen
opeten
leentjebuur spelen
iets lenen
op het spel staan
riskeren te verliezen
op het spel zetten
riskeren te verliezen
op zijn poot spelen
reclameren, klagen
open kaart spelen
eerlijk zijn, niets verbergen
parten spelen
hinderen
onder een hoedje spelen
heimelijk samenwerken
om 's keizers baard spelen
voor een kleinigheidje of helemaal niets
ongelukkig in het spel gelukkig in de liefde
wie tegenslag heeft in het spel heeft misschien wel geluk in de liefde
op goed af spelen
op goed geluk spelen
schampavie spelen
zich heimelijk uit de voeten maken
stommetje spelen
niets willen zeggen
va banque spelen
roekeloos spel spelen
zijn hoogste troef uitspelen
zijn belangrijkste wapen gebruiken
zijn hand overspelen
teveel eisen en daardoor niet slagen
zijn troeven uitspelen
zijn verweermiddelen gebruiken

Terug naar Werken met spelen